Vertalingen faire rage FR>NL
faire rage (ww.) | te keer gaan (ww.) ; woedend zijn (ww.) ; vuilbekken (ww.) ; uitvaren (ww.) ; uitschreeuwen (ww.) ; uitroepen (ww.) ; uit de slof schieten (ww.) ; tieren (ww.) ; tekeergaan (ww.) ; brullen (ww.) ; schuimbekken (ww.) ; razen (ww.) ; kwaad zijn (ww.) ; het uitgillen (ww.) ; fulmineren (ww.) ; foeteren (ww.) ; donderen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `faire rage`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: sortir de ses gonds